Venetië: een stad vol tegenstellingen

Venetië: een stad vol tegenstellingen

In Venetië slapen René en ik in een Echt Hotel. Met vier sterren. Om dit hotel te bereiken, moeten we uitstappen bij station Venetië Mestre: een voorstadje in een industriële omgeving: een grote autoweg met grote (afhaal)winkels. En een sushibar. Vier sterren blijken nogal nikszeggend in Venetië. In de praktijk betekent het dat je iedere keer recht hebt op spuitend water uit de wc als je voorzichtig probeert door te trekken en je dan meteen de wc-bril, badkamervloer en je voeten hebt gereinigd... Hoera.

Het grootste voordeel van ons hotel is dat er in de buurt goed openbaar vervoer is naar het hart van Venetië. Er is zelfs een gloednieuwe tramlijn aangelegd; zo nieuw dat het nog op geen enkele kaart staat aangegeven. We kopen meteen een retourtje bij een tabakswinkel; in Italië ben je (ook als niet-roker) nergens zonder zo'n winkel. Behalve tabak kun je er namelijk terecht voor postzegels, buskaartjes en alles wat je als toerist kunt gebruiken.

De eerste avond kijken we lekker rond in Venetië en werken een pizza naar binnen. We verbazen ons erover dat het niet druk is. Het is net of iedereen na 18.00 -het moment waarop wij aankomen- weggaat. Of is toch het weer te regenachtig? Als we weer richting de tram lopen, belanden we ineens in een kluwen van hardlopers. Ze rennen vanaf een glazen brug; aha, dáár is iedereen. Bovenop de brug staat ook nog een bruidspaar; drukke bedoening dus.

Terug in de hotelkamer beraden we ons op een museum. Het Guggenheim museum lijkt een mooie optie; alleen is dat niet te doen om daarvoor online kaartjes te bemachtigen. De FBI is er niets bij. Naast dat je allerlei paspoortgegevens moet opgeven, moet je ook nog een fraude check doorlopen. Veel teveel gedoe. Dit hadden we dus beter van tevoren in Nederland kunnen regelen... Bijvoorbeeld een tour met gids.




De volgende dag, op een regenachtige zondag, staan we vroeg op zodat we op tijd bij het Guggenheim museum kunnen zijn. Gauw naar de tabakswinkel voor een tramkaartje... Oeps, die blijkt dicht op zondag. Bij onze tramhalte is er geen mogelijkheid om een kaartje te kopen. Na veel gezoek in de regen (en daarbij opnieuw in een hardloop-wedstrijd terecht komen) besluiten we om alsnog de bus te nemen; dan kunnen we een kaartje kopen bij de chauffeur. Even de dienstregeling checken... De bus rijdt ineens voorbij de halte zonder ons mee te nemen, aaargh. Veel later dan gepland komen we -met de volgende bus- bij het Guggenheim museum. Daar staat inmiddels een lange rij. Morgen maar weer proberen...



We drinken een kopje koffie (duur!) en ontdekken dat er ook gratis exposities zijn. Waaronder van Joseph Klibansky en Maria Grazia Rosin. Zeer diverse en bijzondere werken zijn er te bewonderen. Dat compenseert de hoge prijs van de koffie een beetje. Natuurlijk bezoeken we ook de grootste trekpleister: Piazza San Marco. Daar zijn blijkbaar alle toeristen. We maken snel wat foto's en gaan er gauw vandoor. Wat een kermis daar...

De dag daarop, de laatste dag, staan we opnieuw vroeg op om naar het Guggenheim museum te gaan. De zon schijnt én vandaag is het een Italiaanse feestdag: Venetië is druk! Zonde om nu ergens binnen te zitten. In plaats van het museum te bezoeken, maken we zonnige foto's van de omgeving. Ook ontdekken we dat het hier goed mogelijk is om mensenmassa's te vermijden als je maar genoeg zijstraatjes neemt.

Wat een verrassende stad is dit toch: zon, regen, drukte, kalmte... Het is hier allemaal aanwezig. We besluiten om de rust op te zoeken. We zitten een tijdje bij het water, onder de Italiaanse zon. Straks moeten we met het vliegtuig terug naar Nederland, maar daar denken we even niet aan...

0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie

REISROUTE