In de omgeving van Norfolk zijn twee onbewoonde eilanden te vinden: Philip Island en Nepean Island. De hoofdstad is Kingston.
Norfolk heeft een oppervlakte van ongeveer 35 vierkante kilometer. Door de geïsoleerde ligging werd het gebied tot 1855 gebruikt als gevangeniseiland. Tegenwoordig houdt Norfolk zich vooral bezig met landbouw en toerisme. Vanuit Australië of Nieuw-Zeeland vlieg je naar Norfolk Airport.
Een trekpleister op Norfolk is de berg Mount Bates die een hoogte heeft van 319 meter. Rondom Mount Bates ligt een klein gebied met een tropisch regenwoud. In het verleden was er veel meer groen op Norfalk en de omringende eilanden, maar door toedoen van de mens is een groot deel van de oorspronkelijke begroeiing verloren gegaan. Het regenwoud werd gekapt en in de negentiende eeuw werden door de kolonisten allerlei dieren - zoals konijnen, katten en varkens - op de eilanden gezet. De gevolgen voor de planten en dieren die op de eilanden leefden waren rampzalig. Gelukkig is er nu meer oog voor de natuur. Op Norfolk mag een beperkt aantal toeristen verblijven, zodat Philip Island - wat vooral een vogelreservaat is - beter wordt beschermd. Op Philip Island komen een aantal zeldzame vogels voor, waaronder de Solanders stormvogel.
Aan de kust bij Norfolk vind je stranden, kliffen en een bescheiden koraalrif. Op sommige plekken kun je surfen. Norfolk is een klein, maar veelzijdig eiland.
Beste reistijd Norfolk
Lees verder
Down Under Norfolk