Als je Uluru bezoekt in the Northern Territory in Australië, vergeet dan Kata Tjuta niet. Deze rotsformatie is zeker niet minder indrukwekkend dan zijn grote en veel bekendere broer: Uluru oftewel Ayers Rock.
Vijftig kilometer ten westen van Uluru liggen de prachtige Kata Tjuta rotsen, ook wel The Olga's genoemd. Vlak voordat je de parkeerplaats bereikt zie je hoe deze rotsen een beetje een hangend hoofd hebben. Ze worden niet voor niets in Aboriginal-taal 'veel hoofden' genoemd. En tussen die hoofden maak je een spectaculaire wandeling: de Valley of the Winds Walk.
Tussen de rotsen loop je door diepe kloven en valleien met fantastische uitzichten. Kata Tjuta bestaat uit 36 'hoofden', waarvan de hoogste wel 546 meter boven de red dirt uitstijgt. Dat is tweehonderd meter hoger dan Uluru. De zeven kilometer lange wandeling kent een aantal klimpartijen en dalingen. Een goede conditie is niet nodig, goede schoenen wel. Onderweg kijk je je ogen uit en je staat zo dicht bij deze bizarre natuurwonderen dat de tijd voorbij vliegt. Je doet er zo'n twee uurtjes over. Vergeet je flesjes water niet!
Onderweg kun je verschillende wildlife spotten. Naast de wallaby's zijn er ook regelmatig vele zebravinkjes te vinden. Als je goed op let spot je misschien een thorny devil. Dat is een hagedis met over zijn hele lichaam spikes. Ook leven er verschillende slangen en dingo's. Die laatste kun je vooral 's nachts horen als je op het Ayers Rock Resort kampeert.
Tijdens zonsopkomst en zonsondergang is deze wandeling fenomenaal. De felle kleuren die je dan kunt aanschouwen zul je niet snel vergeten. Afhankelijk van de lichtinval kun je een rode tot oker-gele rotsformatie zien. Reden hiervoor is het vele metaal in de rotsen.
In het Uluru — Kata Tjuta National Park geldt: is het te warm, waait het te hard of is er een reddingsoperatie gaande, dan mag je er niet lopen. Dan is het te gevaarlijk. Ga daarom in de zomer in de vroege ochtend, zodat je terug bent voor het te warm wordt. Kata Tjuta en Uluru zijn eigendom van de lokale Aboriginal-stam, de Anangu en voor hen van groot religieus belang. De rotsen zijn heilig en de Aboriginals verzoeken de wandelaars dan ook de rotsen niet te beklimmen.
Voor een ontzettend leuke souvenir ga je naar het visitor center in het nationale park. Daar verkopen de lokale Aboriginals hun zelfgemaakte spullen met een certificaat van degene die het heeft gemaakt. Als je geluk hebt zie je ze zelfs schilderen.
Tussen de rotsen loop je door diepe kloven en valleien met fantastische uitzichten. Kata Tjuta bestaat uit 36 'hoofden', waarvan de hoogste wel 546 meter boven de red dirt uitstijgt. Dat is tweehonderd meter hoger dan Uluru. De zeven kilometer lange wandeling kent een aantal klimpartijen en dalingen. Een goede conditie is niet nodig, goede schoenen wel. Onderweg kijk je je ogen uit en je staat zo dicht bij deze bizarre natuurwonderen dat de tijd voorbij vliegt. Je doet er zo'n twee uurtjes over. Vergeet je flesjes water niet!
Onderweg kun je verschillende wildlife spotten. Naast de wallaby's zijn er ook regelmatig vele zebravinkjes te vinden. Als je goed op let spot je misschien een thorny devil. Dat is een hagedis met over zijn hele lichaam spikes. Ook leven er verschillende slangen en dingo's. Die laatste kun je vooral 's nachts horen als je op het Ayers Rock Resort kampeert.
Tijdens zonsopkomst en zonsondergang is deze wandeling fenomenaal. De felle kleuren die je dan kunt aanschouwen zul je niet snel vergeten. Afhankelijk van de lichtinval kun je een rode tot oker-gele rotsformatie zien. Reden hiervoor is het vele metaal in de rotsen.
In het Uluru — Kata Tjuta National Park geldt: is het te warm, waait het te hard of is er een reddingsoperatie gaande, dan mag je er niet lopen. Dan is het te gevaarlijk. Ga daarom in de zomer in de vroege ochtend, zodat je terug bent voor het te warm wordt. Kata Tjuta en Uluru zijn eigendom van de lokale Aboriginal-stam, de Anangu en voor hen van groot religieus belang. De rotsen zijn heilig en de Aboriginals verzoeken de wandelaars dan ook de rotsen niet te beklimmen.
Voor een ontzettend leuke souvenir ga je naar het visitor center in het nationale park. Daar verkopen de lokale Aboriginals hun zelfgemaakte spullen met een certificaat van degene die het heeft gemaakt. Als je geluk hebt zie je ze zelfs schilderen.