Vientiane is de hoofdstad van Laos. Met de geschiedenis, de naam, restaurants... en zelfs een eigen Arc de Triomf ademt deze stad Frankrijk.
Er valt veel klassieke Europese architectuur te bekijken en met de openstelling van buitenlandse investeerders is het al lang niet meer de slapende stad aan de Mekong River. Met 400.000 inwoners een relatief kleine stad met grote ambities.
Ondanks dat kan het leeftempo in Laos het best omschreven worden als zo langzaam als een gletsjer. Anders dan waar dan ook in Zuidoost-Azië moet je vragen of je geholpen mag worden in een winkel, vooral in de weekenden. Ze hebben niet zoveel haast om je wat aan te smeren. Dat maakt Laos anders en zeer relaxed om als toerist te verblijven. Vientiane is de kleinste hoofdstad van Azië.
De naam Vientiane komt voort uit een verkeerde Franse transliteratie van Wiang Jan. Geniet er van tempels, het vele groen én het boeddha-park. Absoluut een must go. Het park is via één van de vele onverharde wegen van de stad te bereiken. Een uniek park. Nergens in Azië vind je zoveel grote Boeddha’s bij elkaar in één park. Het is een mooi park, met veel verschillende soorten beelden. De beelden staan allemaal op een veld ongeveer zo groot als een voetbalveld, omgeven door palmbomen. Aan de zijkant ligt een enorme slapende Boeddha en naast de entree staat een bouwwerk waar je via een opening in de vorm van een mond van een Boeddha naar binnen kunt kruipen.
Via trappetjes aan de binnenkant klim je naar boven. Vanaf daar kijk je over het hele park heen. Het mooie aan dit park is dat het er ontzettend rustig is. De meeste toeristen en backpackers kennen het niet. De inwoners geven er niet veel ruchtbaarheid aan, omdat het voor hen een bijzondere plaats is. Bezoekers worden er vrij gelaten. Niets is afgeschermd en om erin te mogen betaal je 5000 kip (vijftig eurocent). Je kijkt je ogen uit.
Vientiane is, net als veel Franse koloniale steden, gekenmerkt door brede, vaak groene boulevards, een rivierpromenade, krakende koloniale herenhuizen die zijn geschilderd in tropische tinten en villa's met grote tuinen. De stad is bezaaid met rustieke tempels en traditionele woningen. Het enige wat Vientiane mist is de overweldigende charme van het stadje Luang Prabang. Als je tussen de twee moet kiezen, raad ik aan om wat meer tijd te besteden in de laatstgenoemde.
De Arc de Triomf heet in Laos de Victory Gate, een kleine Arc-variant. Om hem te beklimmen betaal je 3000 kip (dertig eurocent). Het uitzicht is de moeite zeker waard.
In de buurt, ten noorden van de stad ligt Vang Vieng, een backpacker-trekpleister. Het dorpje dat vol ligt met weilanden en rijstterrassen is zo mooi omdat het aan een dramatische achtergrond in de vorm van een karstgebergte grenst. Het dorpje werd beroemd door het tube-verleden. Tussen het dorp en het gebergte ligt water dat volgebouwd werd met barretjes. Speedbootjes trokken hordes backpackers voort in rubberbanden. Voor, tijdens en na deze tochtjes werd ontzettend veel alcohol genuttigd, wat nogal eens resulteerde in een ongeluk. De backpackers vielen regelmatig van de tube en kwamen met hun hoofd op een rots terecht. Sinds 2012 veranderde dit toen de regering vele illegale barretjes en glijbanen sloot.
Het feest is afgelopen, maar Vang Vieng is nog steeds aantrekkelijk voor alle bezoekers die zin hebben om te genieten van de prachtige natuurlijke schoonheid; blauwe lagunes, rijstvelden en de prachtige rotswanden op de achtergrond van het pittoreske dorpje.
De Mekong River scheidt Vientiane van Thailand, een grensovergang is simpel. Met een bus word je over een brug gereden. In Thailand krijg je een goedkoop visa on arrival. Dit visum is drie weken geldig. De terugweg is net zo makkelijk. Laos is één van de armste landen van Azië. Bij de grens is het dan ook mogelijk om met de douane te onderhandelen over de prijs van het visum om binnen te komen. Bizar. Ik heb het zelf meegemaakt. Een Amerikaan voor mij in de rij moest meer betalen dan de rest van de reizigers. Hij werd boos en betaalde uiteindelijk zelfs iets minder.
Vientiane is aan te raden voor ongeveer twee of drie dagen.
Ondanks dat kan het leeftempo in Laos het best omschreven worden als zo langzaam als een gletsjer. Anders dan waar dan ook in Zuidoost-Azië moet je vragen of je geholpen mag worden in een winkel, vooral in de weekenden. Ze hebben niet zoveel haast om je wat aan te smeren. Dat maakt Laos anders en zeer relaxed om als toerist te verblijven. Vientiane is de kleinste hoofdstad van Azië.
De naam Vientiane komt voort uit een verkeerde Franse transliteratie van Wiang Jan. Geniet er van tempels, het vele groen én het boeddha-park. Absoluut een must go. Het park is via één van de vele onverharde wegen van de stad te bereiken. Een uniek park. Nergens in Azië vind je zoveel grote Boeddha’s bij elkaar in één park. Het is een mooi park, met veel verschillende soorten beelden. De beelden staan allemaal op een veld ongeveer zo groot als een voetbalveld, omgeven door palmbomen. Aan de zijkant ligt een enorme slapende Boeddha en naast de entree staat een bouwwerk waar je via een opening in de vorm van een mond van een Boeddha naar binnen kunt kruipen.
Via trappetjes aan de binnenkant klim je naar boven. Vanaf daar kijk je over het hele park heen. Het mooie aan dit park is dat het er ontzettend rustig is. De meeste toeristen en backpackers kennen het niet. De inwoners geven er niet veel ruchtbaarheid aan, omdat het voor hen een bijzondere plaats is. Bezoekers worden er vrij gelaten. Niets is afgeschermd en om erin te mogen betaal je 5000 kip (vijftig eurocent). Je kijkt je ogen uit.
Vientiane is, net als veel Franse koloniale steden, gekenmerkt door brede, vaak groene boulevards, een rivierpromenade, krakende koloniale herenhuizen die zijn geschilderd in tropische tinten en villa's met grote tuinen. De stad is bezaaid met rustieke tempels en traditionele woningen. Het enige wat Vientiane mist is de overweldigende charme van het stadje Luang Prabang. Als je tussen de twee moet kiezen, raad ik aan om wat meer tijd te besteden in de laatstgenoemde.
De Arc de Triomf heet in Laos de Victory Gate, een kleine Arc-variant. Om hem te beklimmen betaal je 3000 kip (dertig eurocent). Het uitzicht is de moeite zeker waard.
In de buurt, ten noorden van de stad ligt Vang Vieng, een backpacker-trekpleister. Het dorpje dat vol ligt met weilanden en rijstterrassen is zo mooi omdat het aan een dramatische achtergrond in de vorm van een karstgebergte grenst. Het dorpje werd beroemd door het tube-verleden. Tussen het dorp en het gebergte ligt water dat volgebouwd werd met barretjes. Speedbootjes trokken hordes backpackers voort in rubberbanden. Voor, tijdens en na deze tochtjes werd ontzettend veel alcohol genuttigd, wat nogal eens resulteerde in een ongeluk. De backpackers vielen regelmatig van de tube en kwamen met hun hoofd op een rots terecht. Sinds 2012 veranderde dit toen de regering vele illegale barretjes en glijbanen sloot.
Het feest is afgelopen, maar Vang Vieng is nog steeds aantrekkelijk voor alle bezoekers die zin hebben om te genieten van de prachtige natuurlijke schoonheid; blauwe lagunes, rijstvelden en de prachtige rotswanden op de achtergrond van het pittoreske dorpje.
De Mekong River scheidt Vientiane van Thailand, een grensovergang is simpel. Met een bus word je over een brug gereden. In Thailand krijg je een goedkoop visa on arrival. Dit visum is drie weken geldig. De terugweg is net zo makkelijk. Laos is één van de armste landen van Azië. Bij de grens is het dan ook mogelijk om met de douane te onderhandelen over de prijs van het visum om binnen te komen. Bizar. Ik heb het zelf meegemaakt. Een Amerikaan voor mij in de rij moest meer betalen dan de rest van de reizigers. Hij werd boos en betaalde uiteindelijk zelfs iets minder.
Vientiane is aan te raden voor ongeveer twee of drie dagen.