Val niet in slaap in een twee-sterren hotel in China

Val niet in slaap in een twee-sterren hotel in China

'Bonk, bonk, bonk' klonk het op de deur van mijn hotelkamer. "Hello?" zei een man. Het was 23:30 en ik lag net op bed. 'Bonk, bonk, bonk.' Het was duidelijk dringend. "Hello? Open up, please."

'Bonk, bonk, bonk' was het weer. "Police, open up." Na ongeveer vijf keer ging ik uit bed. 'Bonk, bonk, bonk.' "I’m coming," zei ik. Twee tellen later deed ik, al staande in mijn boxershort, de deur open. Twee politieagenten in uniform stonden voor de hoteldeur. Wat kregen we nou? Ze liepen naar binnen. "Je kunt hier vannacht niet slapen," zei degene die het beste Engels sprak. Ik begreep er weinig van.
Ik was nog wel zo vroeg in bed gedoken, omdat ik er om 5:00 uur alweer uit moest.
Ik sliep in Guangyuan in de provincie Sichuan. Een tripje naar het Tibetaanse Plateau stond op de planning. Als de politie dit maar niet ging verstieren. Het hotel was okay en ik had toch niks misdaan?



"Pak je spullen. Je moet me ons mee," vertelde de politie. In de war pakte ik mijn spullen. Één van de politiemannen pakte zelfs mijn backpack. We verlieten de kamer, waar ik vrijwel alles had gebruikt wat ik maar kon gebruiken. Met een handgebaar lieten ze weten dat ik hen moest volgen. We kwamen aan bij de receptie. Daar kreeg ik al mijn geld terug dat ik uren daarvoor had betaald voor de kamer.



Het schattige meisje achter de balie lachte. Ik kon me niet voorstellen dat zij er wat mee te maken had. Zij had me die middag zo goed geholpen. Ik had wel een half uur met haar gesproken via een vertaler op haar computer om te achterhalen waar ik tickets voor de bus kon krijgen. Ik lachte terug en verliet daarna het hotel met mijn slaperige kop.



Ik moest plaatsnemen in de politiewagen


De hele buurt – China leeft dag en nacht – staarde me aan, zoals altijd eigenlijk. Maar dit voelde toch anders. "Heeft het hotel wat verkeerd gedaan?" vroeg ik aan de politie. "Ja, dat hebben zij zeker," was het antwoord. Meer wilde de agent liever niet vertellen.



De redelijk Engels sprekende agent pakte mijn backpack opnieuw. Ik werd naar een ander hotel gebracht dat er een stuk luxer uitzag. Mij werd gevraagd of ik 188 yen wilde betalen, terwijl ik dat andere hotel juist vanwege de zeer lage prijs had gekozen. "Nee," was mijn antwoord. Ik zou – het was inmiddels middernacht – nog precies vijf uurtjes van het hotel kunnen genieten. "Ik wil er wel voor dezelfde prijs slapen," zei ik.



Ik vroeg de agenten of ik zelf wat anders mocht zoeken. De agenten wilden me niet alleen laten en lieten mij weer in hun wagen stappen. Om de hoek en nog dichter bij het busstation was een nog luxer hotel gevestigd. Daar stopten we. "Hier slaap je vannacht," zei de agent. Ja, dat zal, dacht ik. Toch kreeg de agent het voor elkaar.
Ik sliep die nacht voor dezelfde prijs in een superluxe hotel.
Wat een vreemde avond. Zo zie je maar weer. Ik wist nu in ieder geval zeker dat ik goed in de gaten werd gehouden door de overheid.



Controle


Als je door China reist, moet je bij ieder hotel bij aankomst het paspoort inleveren. Je wordt dan in een landelijk systeem gezet, zodat de overheid kan zien waar je je als toerist begeeft. Dit wordt ook gedaan als je een bus- of treinticket koopt.



Wanneer je als westerling in een twee-sterren hotel of minder slaapt, kan de overheid dit als een probleem zien. Dit stukje China willen ze liever niet tonen aan toeristen. Je moet dus minimaal een drie-sterren hotel uitzoeken, tenzij je natuurlijk net zo’n avontuur wil als ik. Hostels zijn hostels. Daar word je nooit uitgezet.

Uiteindelijk sliep ik in een heerlijk zacht bed en werd ik zelfs door het personeel van het hotel om 5:00 uur gewekt. Dat hadden de agenten geregeld. Fantastisch.

0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie