Ik reis in mijn eentje door China, meestal met de bus. Aan het begin en einde van mijn reis krijg ik twee keren een lift aangeboden, wat zorgt voor verschillende ervaringen. De eerste keer is in Kunming, de tweede als ik vanuit de jungle naar Laos ga.
Op mijn eerste dag ben ik in Kunming en zie ik mensen samen dansen in een park. Een deel doet dat in klederdracht en het lijkt toegankelijk. Al snel word ik opgemerkt door een aantal mensen. We raken in gesprek via handen en voeten.
Het is zo gezellig dat ik dat liever doe dan dansen en bij mij is dat veelzeggend. Op een gegeven moment krijg ik trek. De zin "Ik heb honger" heb ik uit mijn hoofd geleerd. Even kijken of ze dit überhaupt verstaan.
En in één keer verstonden ze het. Awesome! Ze hebben het gehoord en begrepen. Er wordt door ons groepje druk overlegd over een plek om te eten. Een man uit de groep (niet op de foto hierboven) besluit om mij naar een restaurant te brengen. De rest lijkt dat okay te vinden.
Een spontaan familiediner
In het restaurant zie ik – een beetje opmerkelijk – de rest van de groep niet meer, maar vooral familieleden van de man. Een klein kindje is erbij en een oma. Dan maak ik zoiets ook een keer mee. Ik heb er vertrouwen in dat dit ook wel goedkomt. Go with the flow.De familie blijkt aardig en gastvrij. Ze betalen het diner en bieden ontzettend veel aan: eten wat ik ken en wat ik niet ken. De oma vind ik tof en aandoenlijk. Ze probeert het mij naar de zin te maken en het eten op te scheppen. Het lukt mij om "Ik vind je leuk" te zeggen en – mijn lab-buddy heeft het goed aangevoeld dat ik die zin nodig zou hebben – "Ik houd van je" te verstaan.
Op een gegeven moment is het echt genoeg. Ik ben echt klaar met eten. Hoe zeg ik dat? Op het spiekbriefje zie ik "Ik wil niet" staan. Ook deze zin spreek ik goed uit.
Met een deel van de groep gaan we naar een ander plein, waar op verschillende manieren wordt gedanst: Chinese stijl, maar ook hiphop. Mensen vermaken zich en er is muziek. Daarna wil ik weer terug naar mijn logeerplek: ik weet niet precies hoe, maar het lukt om dat te kunnen communiceren.
De man begeleidt mij naar zijn auto. De rest van de groep ontbreekt opnieuw. Iets in mij zegt: waarom zit ik hier met die vent? Dit is geen rode vlag, maar zeker een oranje vlag. Toch is meegaan in dit geval de meest praktische oplossing om van A naar B te komen: ik weet niet waar ik ben en de man wil mij naar de juiste plek brengen. Hij rijdt en ik houd de kaart vast, wel zo handig.
De man rijdt volgens mij de goede kant op, maar is van alles aan het zeggen. Van het meeste snap ik niks, maar op een gegeven moment versta ik de woorden 'wij' en 'slapen' in dezelfde zin. Nee, dat wil ik dus niet en ik weet het zinnetje: "Ik wil niet". Dat begrijpt hij wel.
Kwaad uitstappen in de middle of nowhere
Vervolgens zegt hij weer van alles wat ik niet begrijp. Gelukkig ken ik de zin "Ik begrijp het niet" ondertussen ook. Deze zin blijf ik afwisselen met "Ik wil niet". Op een gegeven moment wordt hij handtastelijk en denk ik: rot op. Ik heb duidelijk 'nee' gezegd, verbaal en nonverbaal. Hij wil het gewoon niet snappen.Ik ben er helemaal klaar mee en stap kwaad uit de auto. Hij heeft van mij af te blijven. Dan sta ik ineens in een woonwijk op straat. Ik grijp naar mijn telefoon om een nieuwe route uit te stippelen. Shit, hij ligt nog in de auto. Ik zie geen taxi's, ik heb geen adres van mijn logeerplek en ook geen telefoonnummer. Hoe los ik dit nou weer op?
De man volgt mij nog en maakt duidelijk dat hij spijt heeft van zijn gedrag. Schoorvoetend loop ik naar zijn auto en ik laat hem weten dat ik mijn telefoon wil zoeken en verder niet.
Ik pak mijn telefoon uit zijn auto. En nu dan? Hier is verder niemand en de man had wel de bereidwilligheid getoond om mij naar huis te brengen. Hij maakt nu de indruk dat hij weet dat er iets aan de hand is en dat hij zich anders moet opstellen. Hij lijkt het te snappen en ik besluit om toch weer in te stappen. Na een tijd begint hij weer lastig te doen. Ik weet hem duidelijk te maken dat hij zijn handen thuis te houden heeft. Op een gegeven moment komen we dan toch bij het gebouw waar ik ga logeren. Hoera, gehaald! Daar ben ik heel blij mee.
Ik stap uit de auto, blijf een tijdje staan. Hier zeg ik de man gedag en daar is de weg. Ik knik een 'dankjewel'. Als hij weg is, loop ik naar het gebouw toe.
Met handen, voeten en het spiekbriefje heb ik op deze eerste dag in mainland China, toch behoorlijk wat interactie gehad.
Een onverwachte lift naar de grens
Mijn tweede auto-avontuur heb ik als mijn reis naar China er bijna opzit. Na een jungle-tocht reist mijn groep naar het noorden. Ikzelf ben naar een weg gebracht en wacht op een bus richting het zuiden. Vervolgens kan ik de grensovertocht regelen naar Laos. Ik heb genoeg gegeten, gedronken en heb geld voor de bus.Op een gegeven moment bedenk ik:
Hoe laat komt de bus eigenlijk? O, wacht dat weet ik niet. En ik kan dat ook niet opzoeken.
Dat is best onpraktisch. Maar gelukkig weet ik hoe-ie eruit ziet. O fuck, dat weet ik ook niet.
Crap, dat is wel heel onpraktisch. Vooral die combinatie. Hoe ga ik dit doen?
Het komt vast wel goed op een of andere manier, ik weet alleen niet even hoe.
Ik heb geen haast. Ik heb er vertrouwen in dat het goedkomt, maar misschien kan het lang duren.Af en toe komt er verkeer voorbij. Iemand zwaait vanuit zijn auto. Dat is vriendelijk, ik zwaai terug. De auto stopt. Krijg ik nou een lift aangeboden? Ik sta niet eens met mijn duim omhoog...
Ik overweeg mijn opties. Ik wil niet zomaar instappen. Zeker niet met de ervaring die ik eerder in Kunming had en waarschuwingen van mijn ouders. Toch is de auto misschien een betere optie dan een bus. Als mensen hier kwaad in de zin hebben, zijn ze in de bus met meer. In de auto zit maar één iemand. Die kan ik beter aan. Dit is wat mijn hoofd zegt, maar mijn gevoel kan iets anders zeggen.
Ik besluit om deze vraag door mijn intuïtie te laten beantwoorden: is het okay of niet? Ik loop naar de auto. Het raampje gaat omlaag. Ik weet de man duidelijk te maken dat ik naar de plaats Mengla moet en hij zegt 'ja'. Ondertussen zegt mijn intuïtie dat het okay is. Hier kan ik instappen. Wel ga ik achterin zitten, veilig bij mijn spullen.
Hoewel de muziek op zijn radio niet helemaal mijn smaak is en ik er niks van versta, voel ik mij op mijn gemak. Na een tijdje gaat de man bellen. O, echt? Dat vind ik niet erg gezellig. Maar goed: hij rijdt mij van A naar B, dus daar moet ik niet moeilijk over doen. Het is immers zíjn auto en ik laat hem lekker bellen.
Een tijdje later krijgt hij een sms binnen. Die laat hij mij lezen. In gebroken Engels staat er: "Where have you come from?" Wat lief!
Een geweldige poging tot interactie
Waarschijnlijk heeft hij een vriend gebeld met de boodschap: "Ik heb een lifter, zij spreekt geen Chinees, ik geen Engels, kun jij wat voor voor mij vertalen?" Die vriend heeft blijkbaar deze vragen vertaald naar het Engels en per sms teruggestuurd. Wat lief dat hij zoveel moeite heeft gedaan voor mij. Ik slaag erin om in het Chinees antwoord te geven en zo lukt het om een soort van gesprek te voeren. Wat leuk!In Mengla doet de man zijn best om een hostel te vinden, waar ik met mijn Spiekbriefje naar had gevraagd. Een hostel kunnen we niet vinden, maar wel een hotel. Helemaal goed. Daar nemen we afscheid. Dat deze man zoveel moeite doet om een onbekende op weg te helpen en oprecht geïnteresseerd is in mijn verhaal, vind ik geweldig.
Hij toont mij een laatste sms: als ik weer in de buurt kom, kan ik contact met hem opnemen. De man zie ik niet meer terug. Ik heb helemaal geen naam of nummer van hem, maar van die intentie smelt ik.
Het valt me op hoeveel ik aan mijn intuïtie heb. Zeker in deze situaties is dit het beste kompas dat ik in jaren heb gehad. Dat neem ik mee naar Laos, de Amazone en de andere avonturen in mijn leven.