Vanuit Zambia steken we de grens over naar Botswana. Best een bijzondere grensovergang: hier komen vier landen samen (Zambia, Botswana, Zimbabwe en Namibië) en moeten we de Chobe rivier oversteken om Botswana binnen te gaan.
Aangekomen in Botswana is er zonder problemen weer een visum te verkrijgen. En dan moet ik en de hele truck waarin ik reis door een ontsmettingscheck. De banden van de bus worden ingespoten met een desinfectiemiddel en we moeten zelf met onze schoenen in een laagje vloeistof gaan staan. Iedereen moet hieraan geloven, overslaan is geen optie.In 2012 is er in Botswana gekke koeienziekte geweest en om dit te voorkomen zijn er nu veel voorzorgsmaatregelen. Botswana is de grootste rundvlees exporteur van zuidelijk Afrika. Besmettingen zijn dus echt een ramp.
Doordat er veel koeien gedood zijn tijdens de besmetting van drie jaar terug zijn er nu inmiddels meer ezels dan mensen in Botswana te vinden. De ezels worden vaak Kalahari Ferrari genoemd, naar het grootste National Park dat Botswana rijk is.
Na een flinke desinfectie-sessie checken we in op een camping in Kassane.
De camping ligt aan de Chobe rivier en tegen de grens van Chobe National Park. 's Avonds ga ik mee met een sunset cruise om hopelijk nog wat wilde dieren te kunnen spotten. En dat lukt! Heel veel Hippo's, een aantal olifanten en een paar krokodillen! En die zijn nu dus echt dik drie meter lang. Gelukkig zit ik niet in een kano.