Aan rijstvelden is op Bali geen gebrek. In het heuvelachtige landschap zijn deze adembenemend om te zien. De rijstterrassen in de regio's Jatiluwih, Tira Gangga én Ubud staan op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
De sawa's zijn opgebouwd uit vele terrassen die zich op verschillende hoogtes bevinden. Deze vorm is nodig om alle velden effectief van water te blijven voorzien. Rijst groeit namelijk in water en daarom moet alles voortdurend onder water blijven staan. Hierdoor groeit er geen onkruid op de velden.
Het waterpeil wordt telkens verhoogd, tot de planten groot genoeg zijn om te oogsten. Hierdoor is het zelfs mogelijk om vissen in het water te houden. Het voordeel van deze vissen is dat zij de muggen bestrijden, wat weer helpt om malaria te voorkomen. Als de rijstplanten volwassen zijn (na ongeveer drie maanden), dan laten de Balinezen het water weer zakken.
De Balinezen verbouwden vroeger een eigen soort rijst. Deze Balinese rijst kon echter minder vaak geoogst worden dan de andere rijstsoorten. Vandaar dat er besloten werd om over te stappen op de 'normale' rijst. De originele Balinese rijst is daarom beperkt verkrijgbaar, hiervoor kun je terecht in de regio Jatiluwih.
Als je in Ubud verblijft, is het mogelijk om de rijstvelden in de omgeving per fiets te verkennen. Er worden zelfs tours georganiseerd met elektrische fietsen.
Sawa's (rijstvelden)
Ubud staat bekend als dé culturele plaats. Een andere troef zijn de groene rijstvelden in de omgeving. Zij geven het mooie landschap van Bali nog meer kleur.