Dag Bali, hallo Gili Air. Ik heb het ruime sop gekozen. Met een snelle boot maak ik de oversteek naar Gili Air. Niet het grootste en drukste eiland (want dat is Trawangan) en niet het rustigste eiland (want dat is Meno), maar lekker ertussenin.
Bij de aanlegplaats staan tientallen Indonesiërs de nieuwe tijdelijke bewoners van het eiland al op te wachten. Zij kunnen wel helpen bij het vervoeren van de zware backpacks. Geen taxi’s hier, maar tanige paardjes met kleine wagens daarachter staan in de schaduw te wachten op een ritje.
Ik bedank en wurm me door de menigte heen. Ik reis sinds Ubud alleen en heb van tevoren maar een bed in het Seven Seas Cottages hostel geboekt. Dat is slechts enkele minuten lopen vanaf de boot. Later zal ik ontdekken dat alles maar een paar minuten lopen is op dit eiland. Maar dat komt straks.
In het hostel gooi ik mijn backpack in de hoek. De kamer is klein en ik deel ‘m met drie anderen. Het is bloedheet op de kamer, dus overdag zal ik hier niet veel zijn. En waarom ook, als je op zo’n prachtig eiland zit. Eerst maar eens de reis van me afdouchen en dan vanavond een koude Bintang op het strand met Margreet, een van de meiden uit het hostel. Want ja, zoals dat gaat in een hostel: je maakt hier gelijk vrienden. Wel zo gezellig.