Op onze laatste dag in Hongkong besluiten we om naar Lamma Island te gaan. Nou ja, 'besluiten'? Het is vooral impulsief. Eigenlijk hangen we een beetje rond bij de haven van Hongkong. We zien dat er een boot naar Lamma Island gaat: vertrek binnen tien minuten. Vandaar.
Voorbereid zijn we niet echt: we hebben ons niet ingelezen en zijn vergeten om extra water mee te nemen, wat toch wel een must is als je in Azië bent. Gelukkig is het niet bloedheet. We stappen uit de boot en komen erachter dat we nu in Sok Kwu Wan zijn.
Vanuit Hongkong hadden we blijkbaar ook naar het hoger gelegen Yung Shue Wan kunnen reizen – een grotere plaats op Lamma Island – maar nu staan we in een klein dorp. Ook prima. Een bordje vertelt ons dat het ongeveer veertig minuten duurt om een kleine rondwandeling te maken. Denken wij… Flesje water inslaan en dan maar lekker lopen.
Als we uit de haven zijn, komen we bijna geen mens meer tegen. Lamma Island lijkt verlaten.Als we onderweg een toiletgebouw tegenkomen, lijkt het ook alsof daar in geen tijden een schoonmaker is geweest. Achter het toiletgebouw ontdek ik een trap naar boven. Waar zou deze naartoe gaan?
Die trap blijkt een enorm lang pad te zijn. Telkens als we denken als we er bijna zijn, zien we dat het pad nóg verder naar boven slingert: er lijkt geen einde aan te komen. De beloning is een geweldig uitzicht dat we helemaal voor onszelf hebben. Achteraf blijkt het mogelijk te zijn om nog verder door te lopen en aan de andere kant van het eiland uit te komen – de kortste weg richting de haven – maar wij lopen weer terug.
We vervolgen de route rondom het eiland – die veertig minuten moeten toch allang voorbij zijn? – en passeren een idyllisch maar leeg strand en een bijna-verlaten dorp. Een man kijkt ons na. Voor de rest lijken alle huizen onbewoond. De paden worden steeds minder toegankelijk en nergens staan nog richtingaanwijzers. Opnieuw klimmen: komt dit goed?
De paniek slaat enigszins toe. Als we maar niet vast komen te zitten. Morgenochtend vertrekt ons vliegtuig naar Manila.Over een uur wordt het donker, dus dan moeten we toch echt wel in de buurt van de bewoonde wereld zijn. We worstelen ons door de jungle, met een lege maag (en daar word ik hangry van) en een gebrek aan water.
Gelukkig komen we toch nog een groepje toeristen tegen die in de bush bij een bord staan (hoera: we zien eindelijk mensen! En ook iets dat lijkt op een routebeschrijving!)... Binnen een half uur kunnen we weer bij de haven zijn en de laatste boot naar Hongkong is gelukkig nog niet vertrokken. Pfoei!
Het blijkt dat wij de kaart, eerder bij de haven, totaal verkeerd hebben gelezen. In plaats van veertig minuten voor ons 'kleine, makkelijke rondje' op vlak terrein hadden we rekening moeten houden met minstens 3x40 minuten in een heuvelachtig gebied. Nu we de haven weer naderen, wordt het terrein weer wat vlakker.
We naderen het dorp. We zien een pad richting een begraafplaats, maar we kiezen ervoor om door te lopen naar de haven. Het wordt al schemerig. Een groepje Aziatische toeristen nemen wel dat pad. Wanneer wij stevig doorstappen horen we hard gegrom en geblaf, dat vanuit die begraafplaats lijkt te klinken. Creepy, hopelijk is dat goed afgelopen...
De sfeer op Lamma Island is anders dan in de stad Hongkong.Bij de haven blijkt alles weer normaal: we eten een snelle hap en nemen de laatste boot terug naar Hongkong. De lichten van deze immense stad fonkelen ons tegemoet. Als we weer in Hongkong zijn, kan René niet meer 'uitchecken': het tegoed van zijn Octopus Card is niet meer toereikend, waardoor hij niet naar buiten kan lopen. Een official gebaart dat we dan maar de overtocht contant moeten betalen en opent daarna het poortje.
Na deze actie zijn we toch wel behoorlijk door onze Hongkong-dollars heen. Gelukkig kunnen we morgen weer 'nieuw geld' pinnen als we in de Filipijnen zijn.
We verlaten Hongkong met een glimlach op onze gezichten: wat een verrassende stad was dit. Ook hier komen we vast wel een keer terug.