Als we op vakantie gaan, hebben we normaal gesproken een veel zwaardere backpack op de terugreis: met dank aan nieuwe souvenirs en vuile was. Deze reis is dat precies andersom en dat komt vooral door ons bezoek aan Manila.
Met drop kunnen de meeste Filipino's helemaal niks, weet ik: ze vinden dat oprecht vies.Nederlandse stroopwafels vindt iedereen lekker, dus nemen René en ik acht grote pakken mee: vier kilo stroopwafel-geluk. Oftewel: 96 stroopwafels. Eigenlijk had ik nog meer stroopwafels willen meenemen, maar iedere rugzak (een rug trouwens ook) heeft zijn grens.
Nog geen drie weken geleden kon ik – begin maart notabene! – schaatsen op natuurijs. In de sneeuw schreef ik een datum en stuurde deze foto naar mijn toenmalige collega's in Manila. In 2013 mocht ik hen een opleiding geven over allerlei werkprocessen (zie ook mijn verhaal van toen) en we hebben altijd contact gehouden. Nu, bijna vijf jaar later, hebben Jeffrey en ik deze datum geprikt om iedereen weer te ontmoeten.
Vanuit het Z Hostel (hier verblijven we) maken René en ik een wandeling naar de Glorietta Mall in Makati: de plek waar we met iedereen hebben afgesproken. Een taxi nemen is verreweg het handigst, maar met lopen zie je meer. Bovendien is Makati een toegankelijke wijk. Het is niet ver, maar aangezien we wat drukke kruispunten moeten passeren duurt het toch wat langer voor we bij het winkelcentrum zijn. En daar zien we... Niemand.
Een deel van onze groep blijkt vast te staan in het verkeer of openbaar vervoer, een paar anderen zijn ook verlaat en sommigen zijn er al, maar niet in zicht. Communicatie-middelen heb ik nauwelijks: mijn iPod is bijna leeg. Gelukkig krijg ik snel een bericht. Het blijkt dat de Glorietta Mall uit meerdere torens bestaat en dat iedereen zich op een andere plek bevindt. Gelukkig worden René en ik snel opgepikt en na een half uurtje zijn we toch echt compleet. Helemaal leuk.
Jeffrey en zijn vriendin Eagle nemen ons mee naar Chili's Greenbelt. We doen hier aan foodsharing, wat vrij gangbaar is in de Filipijnen. Dat betekent dat je als groep meerdere gerechten bestelt en het eten deelt. Niks een eigen bord dus.
We drinken mangosap en er zijn emmers met flesjes Filipijns bier: San Miguel en het wat sterkere Red Horse. De laatste is te herkennen aan een paardenhoofd. Er schijnen ook zeldzame etiketten van Red Horse te bestaan: de zogenaamde 'Laughing/Happy Horse'. Maar goed: die zie je vanzelf wel verschijnen als je veel Red Horses drinkt, denk ik dan.
We lachen, eten, drinken en praten over van alles.We praten over hoe het met iedereen gaat. Over reizen. Over allerlei wensen. Over lange Europeanen en hoe het is om lange benen te hebben (als Europeaan ben je sowieso lang en heb je lange benen). René en ik vertellen dat we met de metro in Manila hebben gereisd en daarmee zijn we officieel ingeburgerd. De avond vliegt voorbij.
Ik vergeet bijna dat er ook nog stroopwafels zijn. Zeven pakken (84 stuks) om te verdelen – het achtste pakje gaat mee naar Negros – en die zijn in no-time van tafel af. Daarna is het tijd om te gaan. Het was fantastisch om mijn collega's uit 2013 te zien. Als vrienden nemen we afscheid.
@Jeffrey, Eagle, Jerry, Armie, Neal, Ariel and Alvin, thank you very much for everything! I hope we can meet again someday.
Later, vanaf het platte dak van het Z Hostel, zeggen René en ik ook de stad Manila voorlopig gedag. Morgen vertrekken we naar Bohol.