Deel 10: Dhulikhel

Deel 10: Dhulikhel

12 oktober alweer. Gisteren kwamen we een taxichauffeur tegen die we afpingelden naar zestien euro voor de reis van Bakhtapur naar Dhulikhel. Hij haalt ons om 9 uur op. Nog even een prima ontbijt met uitzicht over onze eigen persoonlijke filmset.

Alex mag ons nog één keer toast, jam, omelet en koffie serveren. De manager is er ook weer en heeft gelukkig beide slippers weer aan. Handje schudden, goodbye, see you again en hup, die taxi in! De stad uit en Dhulikhel door naar het hotel duurt ongeveer 45 minuten. Prima taxi deze keer: redelijk nieuw karretje, de bestuurder rijdt veilig en z'n vrouw of moeder belt hem niet de godganse tijd. Bovendien is zijn Engels niet zo heel erg goed dus verhalen over voetbal, Arjen Robben en tulpen blijven dit keer achterwege. Geen probleem voor ons, na drie keer weet je wel ongeveer waar ze hier Nederland van kennen.

Van de stad naar het land, van drukte naar rust en van vallei naar hooggebergte. Na Bakhtapur passeren we nog een aantal steden en stadjes waar mensen zich, rond de tijd dat wij passeren, als mieren door elkaar bewegen, zich klaar makend voor werk, school of voor helemaal niets doen. Dat laatste is trouwens hier absoluut een mannelijk werkwoord, daar hebben de vrouwen helemaal geen tijd voor.

Maar als we ook Dhulikhel doorgereden zijn, gaat het gelukkig via een afslag redelijk rechttoe rechtaan omhoog, de drukte uit, de bergen in. Elke keer als we na de bocht ons hotel denken te zien opdoemen, kunnen we nog ietsje verder. Nog ietsje hoger. Tot we stilstaan op een driesprong met de keuze uit twee zandwegen.
Kies je de eerste weg, dan gaat je ophanging er aan, kies je de andere weg, dan is het interessant om te zien hoe lang zo'n taxi kan balanceren op twee wielen voor die op z'n zijkant kiepert.
Aan het gezicht van onze chauffeur te zien bevallen beide opties hem niet echt. Het balanceer-paadje schijnt naar het hotel te leiden, of 'ie hier kan uitladen...

Wij horen hem niet echt en gebaren of mompelen wat van 'ja ja' of 'yeah yeah'. Dat laatste is dan dus Engels omdat ie dat waarschijnlijk beter verstaat. Wij zijn met hele andere zaken bezig.

Wij kijken kilometers in de omtrek naar heuvels, bergen en valleien.

Wat een uitzicht. Het paadje leidt inderdaad naar ons hotel en de zoon Zidane (Inderdaad geboren toen Frankrijk in 1998 wereldkampioen werd) wijst ons de weg naar en in het hotel.

Het hotel (Tashidelek Guest Lodge & House) is omgeven door kleine en grotere gebouwtjes waar, naar later blijkt, veel familie woont maar ook wat buren en zo. In deze regio zag 75-85% van de mensen hun huis vernietigd door de aardbeving en een deel van die huizen wordt nu nog, of moet nu nog worden, opgebouwd.

De keuken van ons hotel is een apart bijgebouwtje. Er staan wat koeien en geiten, oma doet de tuin en tante doet de was en Prem, de eigenaar, komt morgen rond 1 uur pas weer fijn thuis. Oh? Met de bus van z'n werk? Niet echt. Naast het hotel en zijn sociale functie om de plaatselijke gemeenschap er weer bovenop te krijgen had hij deze week, als gids, ook een expeditietje Mount Everest, tot 7100 meter.
Hij en zijn gasten worden op die hoogte door een stuk of vijf helikopters weer opgepikt en teruggebracht. Hij doet dat er ook een beetje bij, dat gidsenwerk. Dus.

Logisch ook... Zo herkenbaar voor ons... Naast mijn werk bij Prysmian-Draka jaag ik in het weekend met pijl en boog op blauwe vinvissen voor de kust van Groenland, terwijl Belinda dan vaak Maori's tatoeërt die op retraite zijn op Terschelling! Je maakt bijzondere mensen mee hier.

We gaan een stuk lopen, van het uitzicht genieten en een happie eten. Zo tegen zonsondergang kijken of de bewolking wegdrijft zodat we, op het dakterras, een glimp op kunnen vangen van een aantal toppen van het hooggebergte. En dan vroeg naar bed. Morgen om 05:30 uur eruit. Sunrise over de Himalaya.


Maar ja, we komen natuurlijk weer aan de praat met iemand.

Deze keer met een man uit Canada. Komt al jaren in Nepal, heeft een groothandel in Nepalese sieraden (volgens mij is het gewoon een excuus om hier af en toe naartoe te reizen) en Indonesische sieraden (die worden door zijn vrouw ingekocht). We wisselen onze zienswijzen en ervaringen een beetje uit, vertellen beiden wat over thuissituatie en kinderen en de wereld volgens G.B.J. Hilterman en voor je het weet is het bijna donker en moet je nog een leuk plaatje schieten voor god en vaderland.

Morgen wederzien en ook op stap met Binod. Namo Buddha Monastery en Namo Buddha Resort te voet. En je ziet, de wereld aan m'n voeten, top of the world to y'all!



0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie