Deel 12 Namo Buddha

Deel 12 Namo Buddha

Indira zal ons naar Namo Buddha Resort brengen waar we dan rond 1 uur afspreken met Binod. Namo Buddha Resort is een resort waar veel mensen uit het buitenland komen voor retraites, meditatie, yoga en wandelen.

Namo Buddha Resort ligt op bijna 2000 meter hoogte, Binod doet veel gidsenwerk voor NBR en Belinda was er vorig jaar een aantal dagen met heel veel plezier geweest. Bovendien schijn je er heerlijk te kunnen eten en de wandeling/klim er naartoe is een aanrader.

Klein zijsprongetje: over eten gesproken, als je niks wil doen, is Nepal namelijk ook heel leuk. Alle hotels en guesthouse's hebben wifi dus klaar, je hebt geen last van je kinderen! Temperaturen vanaf begin oktober zo rond de 30 graden dus wie doet je wat. Lekker chillen en niks doen en gewoon van maaltijd tot maaltijd leven.

Ik zweer je, dat hou je hier makkelijk een week of twee vol doordat het eten zo verschrikkelijk gevarieerd en lekker is! Kruidig, soms pittig, soms niet, rijke verscheidenheid aan groentes, vlees en vis, aardappels, rijst, brood en linzen. Invloeden vanuit China, Tibet, India en een heerlijke eigen keuken.

Eten kan overal en voor maximaal 5 dollar in de goeie restaurants.

Doe dat laatste wel, onze westerse magen zijn niet opgewassen tegen eten van de straat. Je kunt ook m'n advies in de wind slaan omdat je een week op het toilet een prima vakantiebesteding vindt, dan hoor je me uiteraard niet meer.

Bier is wel net zo duur als in Nederland maar thee en koffie kosten tussen de 80 cent en €1,50. Ook daarvoor geldt: pak de betere restaurants, die weten wat ze doen, koken het water langer door en zijn wat beter afgestemd op hetgeen wij 'de westerse mens' wel en niet kunnen hebben. Ik ben van plan aan het einde van de reis in Thamel wat specerijen en kruiden te verzamelen en in te slaan, gaan we thuis nog eens effe op de Himalayaanse tour.

Terug naar vrijdagochtend. Indira brengt ons naar Namo Buddha. We verlaten het huis en nemen een kronkelig bergpad. Mensen groeten of roepen wat Nepalees naar onze gastvrouw. Ze legt lachend uit dat Binod her en der één en ander over ons bezoek heeft laten vallen en iedereen is derhalve erg enthousiast. Ze laat ons ook nog even haar werkplek zien.

Een vrouw zit voor een wat groter gebouw op een groot stuk plastic haar vers geplukte rijst te wassen. Het gebouw is de plaatselijke school waar Indira af en toe lesgeeft. Saillant detail is de kippenboerderij er tegenover, waardoor ik me zo kan indenken hoe kinderen onder het genot van ammoniaklucht en gekakel leren schrijven en rekenen hier.
We lopen langzaam het dorp uit, de krekels verwelkomen de warmte van de zon, we kunnen kilometers ver kijken en boven ons zweven een aantal bergadelaars. Die hadden zo hun eigen interesse in de kippenboerderij.
En dan opeens, wat buiten het bergdorpje, hoor je alleen nog die krekels en af en toe de roep van een adelaar. Er zoemt zo nu en dan een insect dat ik niet ken. De meeste zijn waarschijnlijk in één van de duizenden spinnenwebben in de berm of in de bomen terechtgekomen. Voor ons zijn die spinnen niet gevaarlijk, legt Indira uit. Je kan misschien af en toe schrikken als je in bananenbomen grotere exemplaren ziet kruipen maar het zijn schichtige dieren dus geen angst.

In de landen hier zijn vooral die wat grotere bananenspinnen geliefd bij de bevolking omdat deze achtpotige vriendjes dol zijn op kakkerlakken en ander ongedierte waar wij als mensen meer moeite mee hebben. Het pad gaat ondertussen verder door velden, langs afgronden, door bossen en kleine dorpjes.
Toeristen zie je hier niet. De moderne mens komt hier slechts zelden en dan vaak enkel via elektriciteitsdraad, telefoon of satellietschotel.
Het leven is hier al eeuwen hetzelfde. Waar onze kinderen studeren en zich vermaken met computer, iPad en smartphone, zie je hier bamboeschommels en stronken die door kinderen fantasierijk worden omgetoverd tot Harleys (of in Nepal waarschijnlijk Royal Enfield's).


Belinda en ik hebben onze wandelschoenen aan, Indira ziet er prachtig uit in traditionele Hindoekleding. Haar instappers zijn minder praktisch en ze stopt nu en dan om vreemde wormpjes (die, naar ze beweert, nog bijten ook) tussen haar tenen te verwijderen. Verder is ze erg voorzichtig rond de modderpoelen, de laatste overblijfselen van het regenseizoen. Een onberispelijk geklede vrouw. De stip op haar voorhoofd, misschien u wel bekend vanuit het Hindoeïsme, is ter bescherming van haar en haar echtgenoot. Een kleine rode streep, drie centimeter hoger, tegen de haargrens, laat zien dat ze getrouwd is.

Normaal hadden we met een 1,5 uur stevig doorlopen ons doel wel bereikt maar dat lukt nu echt niet. Zoveel mooie uitzichten, zoveel mooie inzichten. Authentieke mensen en plekjes. Had ik het uitzicht al genoemd? Dus na dik twee uur op de plaats van bestemming. Nog even honderd treden omhoog en daar zijn we herenigd met Binod. Hij is nog druk bezig met de wandelgroep dus bieden we onze gastvrouw en gids een lunch aan. Belinda heeft niets teveel gezegd want het is werkelijk verrukkelijk. We drinken ondertussen veel water, ik moet echt m'n vocht aanvullen na deze trip. Een waar paradijsje daar, met op verschillende hoogte niveaus hutjes, kamers en gebouwen voor de diverse activiteiten.

Binod en wij nemen na de lunch afscheid van z'n vrouw en daar gaan we weer. Nu een stevige 1,5 uur richting het roemruchte klooster, toevluchtsoord tegen de boze buitenwereld voor bekende mensen als Richard Gere, Prinses Di en Belinda Koffeman. Waren we in Kathmandu reeds naar Kopan geweest, dit klooster 'moesten' we gewoon ook doen. Toeristen-dingetje.

Dit is hét Tibetaans Boeddhistisch klooster buiten Tibet en ook al is dat niet je ding, de ligging en de vormgeving zijn ook bijzonder genoeg om deze trip te maken. Binod, hoewel Hindoe, weet door zijn gidsenwerk alles over het klooster en kent bijna iedereen daar. Een betere lokale kennisoverdrager kunnen we ons niet wensen. Ook hier is Belinda vorig jaar geweest en dus is ze heel nieuwsgierig hoe ik het zal vinden.

We lopen deze keer redelijk stevig door en de Tibetaanse gebedsvlaggen leiden de weg.

Deze vlaggetjes zie je veel bij boeddhistische mensen in Nepal. Je definieert je wensen, hangt de vlaggetjes op en de wind draagt je wensen hopelijk de goede kant op. Wensen die anderen schaden zijn heel erg slecht voor je eigen karma en komen dus niet voor. Ik zie het dus als het gebed zoals christenen het kennen maar dan in een oosterse traditie.

Vanaf zo'n twee kilometer voordat we bij het klooster zijn, lopen we door een bos met enkel dennenbomen. Hier hangen de vlaggetjes al. Ze zijn de richtingaanwijzers voor de rest van onze tocht. Een wapperende metgezel, symbool van goede wensen en toekomstidealen. Ik ben onder de indruk.


We komen, vlak voor de trappen van het klooster, een kleine Stupa tegen, een boeddhistische gebedszuil, omringd door gebedsrollen waaraan je in de richting van de klok hoort te draaien, vaak ondertussen mantra's prevelend. In Kathmandu hadden we één van de grootste en meest legendarische gezien maar op een of andere manier heb ik meer met deze kleine uitvoering, in een arm dorpje, aan de voet van een gebouw, gezien als het Heilige der Heiligen voor boeddhisten.

Ook het feit dat Binod als Hindoe Belinda voorgaat in de gang langs de gebedsrollen, doet me wat. 't Zegt en bevestigt mij toch weer veel over de mens in het algemeen en Binod in het bijzonder. Het doet me denken aan de afgelopen twee jaar op m'n werk waarin ik, vanuit Draka Amsterdam met mensen van allerlei culturele achtergronden en geloofsovertuigingen heb samengewerkt en een band heb opgebouwd.
Warme mensen met het hart op de goede plek en vertrouwen in de ander. Dat tref ik hier in Nepal ook aan.
Noem het idealistisch of naïef maar een dergelijke verbroedering overstijgt culturele, religieuze en landsgrenzen.


En dan de trappen...

Ik wandel wel. Ik wandel wel redelijk veel. Beetje fietsen af en toe. Echt topconditie zou ik het niet willen noemen. Al had ik het echter nu heel graag wel zo willen noemen... Vlaggetjes genoeg maar treden ook. Ik zeg, in een vlaag van zeldzaam incidentele wijsheid, nog tegen Binod: 'Als je zoiets moet doen om ergens te komen, is de beloning des te groter. En andersom: hoef je geen moeite te doen, dan is de beloning ook vaak niet de moeite waard'.


Nou, de beloning is er wel degelijk. In spirituele vorm, in uitzicht, in vormgeving. Religieus of niet, het is een plek die respect afdwingt en verdient. Bovendien met indrukwekkende ligging en rijk in traditie maar ook in uiterlijke schoonheid. Goudkleurig, zwaar gedecoreerd, traditioneel aangekleed... Noem het de Notre-Dame van Boeddhisme.

Vorig jaar had Belinda de gebedsvlaggen opgehangen waarbij het één van haar wensen was om terug te keren naar Nepal. Om nu zelf met drie individuele wensen, samen met Binod, mijn vlaggenkoord op te hangen is niet alleen heel speciaal voor mij maar ook 'full circle' voor m'n vrouw.

Nu hangen onze beider wensen voor en met anderen, van en voor onszelf en elkaar en voor een (on)bepaalde toekomst samen, tussen honderdduizenden andere gebedsvlaggetjes, op het dak van de wereld. Top of the world, my friends, top of the world.



0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie