Deel 11 Indira en Binod

Deel 11 Indira en Binod

Half zes, broeders en zusters. De wereld slaapt nog. Zelfs de wereld hier. Doch in een sober kamertje van een hotelletje op een berg bij Dhulikhel gaan twee Samsung-wekkertjes tegelijkertijd af. We staan op om de zonsopkomst boven de Himalaya te zien. En eigenlijk niet eens de werkelijke zonsopkomst maar het schouwspel er net voor.

Op het dakterras zie je meteen waarom half zes een werkelijk uitstekende tijd is om op te staan. Hoewel de zon zelf nog geen intentie heeft om de komende minuten 'Namasté' te roepen, is de horizon nu op z'n mooist. De aanblik van de scherpe aftekening van de verschillende pieken in het ochtendschemer.

Per seconde lijkt het licht te veranderen.

Nog steeds geen zon hier maar in de verte vangen de hoogste pieken al enkele gouden schichten van onze koperen ploert op. En je kan foto's maken zoveel je wil, zoiets moet je eigenlijk ooit allemaal zelf beleven. 


Meerdere gasten verschijnen op het dakterras en gezamenlijk staan we ons zeker nog tot 07:00 uur te vergapen aan niet alleen de zonsopkomst maar ook het spel van wolken en dauw in de valleien beneden ons. Gossiemijne, wat is onze planeet toch mooi!



Wat ook mooi is (slecht bruggetje deze keer) is eten in Nepal. Als je het aandurft om in een guesthouse te gaan zitten (in plaats van in een hotel) kom je meer met de plaatselijke mensen en hun gebruiken in aanraking. En op die manier ook met de plaatselijke maaltijd. Ontbijt wordt hier 's ochtends vroeg al vers bereid. Omelet, aardappels met diverse groenten en kruiden en vers gebakken Tibetaanse broden, geserveerd op metalen borden, plaatselijk geslingerde honing en hete koffie erbij en aanvallen maar! Breakfast of Champions!

Binod pikt ons op om 8 uur. Met een collega met auto deze keer, want onze Nepalese vriend heeft het een beetje druk. Hij wil dolgraag met ons optrekken maar moet ook z'n brood verdienen en hij heeft zowaar een manier gevonden om die twee vandaag tot aller tevredenheid te combineren. Hij legt het ons uit terwijl we in de Nissan 4x4 stappen maar Belinda en ik besluiten al snel dat we wel zien wat de dag brengt.

Het is weer een nieuwe dag met een nieuw avontuur, fantastisch.

M'n vaste bloglezers hebben in m'n vorige verslag kunnen lezen dat, toen de taxi stopte op (bijna) plaats van bestemming, er de keuze was uit twee weggetjes... Nou, we slaan Het Pad Van De Vernietigde Ophanging in... Die Nissan had al een hint moeten wezen voor wat er nu gaat komen.

Beste Nederlandse asfalt-verslinders, verkeers-regel-overtreders, snelheidsduivels en liefhebbers van reizen per auto; welkom bij ons nieuwe programma, een combinatie van 'Parijs-Dakar' en 'De Gevaarlijkste Wegen van de Wereld' en hier zijn onze vrijwillige kandidaten: Iede en Belinda!

Een nieuw avontuur is het zeker. Crossmotoren hebben hier, aan de rand van een berg op 1500 meter, al een behoorlijke uitdaging, met een personenauto zie ik dit niet gauw iemand uit onze familie- en kennissenkring doen. Stenen, gaten, modder, afbrokkelende randen en oh tuurlijk, tegenliggers en oh, dubbel tuurlijk: motoren die je inhalen! Heel bijzonder allemaal en Binod legt nog effetjes uit dat we vanmiddag ook hierlangs weer naar het hotel gaan. We hebben ook altijd mazzel!

Binod en z'n kameraad-met-Nissan Bikram brengen ons naar Indira, de vrouw van Binod. Zij gaan verder naar Namo Buddha Resort om een groep mensen rond te leiden. Indira neemt ons mee naar het huis van haar en Binod. Het huis is net klaar. Een week geleden pas heeft Binod het aangedurfd om dat officieel op Facebook te zetten. Hij is er trots op. En z'n vrouw ook. Binod heeft het kunnen bekostigen mede door veel hulp van sponsoren en buitenlandse toeristen die hem als gids en vooral ook als mens de afgelopen jaren in hun hart hebben gesloten.
Z'n oude huis, van modder, zand en wat stenen (de traditionele 'bouwstenen' voor de meeste huizen hier in de bergen) werd in 2015 met grond gelijk gemaakt door de beving. Eén van z'n zonen had echt geluk het er levend vanaf te hebben gebracht.

De directe hulp die geboden werd (en dat gold niet alleen voor deze regio in Nepal) was metalen golfplaten en houten palen. Want een dak boven je hoofd was het eerste vereiste.

Je ziet ze nog met duizenden staan, overal in Nepal. Soms omdat men, van pure armoe, niet anders heeft, soms omdat de nieuwe huizen nog niet klaar zijn. Ik heb me er niet verder op ingelezen maar ik kan me zelfs voorstellen dat er ook Nepalezen zijn die het geld voor een nieuw te bouwen huis hebben geïncasseerd maar in de 'tijdelijke' golfplaat-bouwseltjes blijven wonen. Mensen zijn mensen.



Indira gaat ons voor over een modderig paadje, langs stallen, de genoemde golfplaten, huizen in aanbouw. Langs koeien en geiten en kippen en honden, velden en veldjes van aardappelen, ma's en mosterdzaad (geen rijst, daarvoor zitten we te hoog). Soms lopen we over wat stenen, meestal over zand. De plekken waar mensen wonen, lijken bepaald door de natuur, niet door menselijke keuze. Met een auto kun je hier niet meer komen: te hoog, te afgelegen en de combinatie van huizen, stallen en veldjes vol groentes liggen te dicht op elkaar. Hier loopt iedereen.


We komen aan de rand van de berg waar, naast weer diverse golfplaten bouwseltjes en stallen het nieuwe huis van Binod staat. Hoe alles aan bouwmaterialen hierheen is gebracht is op zich al een wonder maar de opbouw van een huis hier, terwijl je ook moet werken... Mijn bewondering voor deze mensen wordt met de seconde groter. 


De begane grond is klaar. In Nederland noemen we dat geloof ik 'casco'. Hier hebben ze daar een ander woord voor: klaar!


Beneden een woonkamer, een slaapkamer voor het gezin, een gastenkamer en een opslagruimte. Badkamer (nog niet af) op weg naar de eerste verdieping. Die is er nog niet. Dat is dus het dak. Zo zie ik veel meer mensen hier bouwen.
Als er weer geld is, gaan we verder met een volgende laag. En een tweede. En een derde. Maar nu nog niet.
De keuken is te vinden in het voormalige noodhuisje, WC een hutje in de tuin. Riolering is er niet. Ik word hier wel een beetje stil, nederig en dankbaar van. Deze mensen hebben dit met eigen handen (weer) opgebouwd. Ze zijn er trots op en volkomen terecht. De afgelopen jaren moeten een jobstijding zijn geweest.


Kijk, Binod en Indira kennen de wereld. Ze weten dat er mensen zijn die anders leven. Anders want voor 'beter' of 'slechter' kijken ze enkel naar hun eigen situatie. Ze hebben mobieltjes, komen in aanraking met andere culturen en spreken Engels. Ze hebben het goed, vinden ze. Zwaar, lastig af en toe, maar goed. Echte armoede leeft naast hen. Zo dichtbij dat het aan te raken is. Zo dichtbij dat je het kan ruiken. Mensen met niets, mensen met honger, mensen zonder enig uitzicht op verbetering van hun situatie.

Indira is met recht trots op wat zij en haar man hebben bewerkstelligd.

De groentetuin staat vol, aardappelveld smeekt om geoogst te worden (door het milde klimaat kan je hier twee keer per jaar oogsten). Ze voorzien in hun eigen onderhoud en voeden hun zonen op. Onder het genot van verse citroenthee luisteren Belinda en ik naar de antwoorden die Indira geeft op onze vragen. Verhalen van haar en haar man. Verhalen van een Nepalees gezin. On top of the world.

0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie