Van Pokhara naar Bakhtahpur. Het was lastig afscheid nemen van verschillende zaken in Pokhara. Het Phewa-meer (niet Anapurna meer, zoals ik het eerder noemde) met haar zachtheid, rust en kalmte, de toeristische boulevard met de gezellige drukte, het bijzonder goede en gastvrije hotel en haar (h)eerlijke, warme en toegewijde personeel... We came as guests and left as kings!
In Nederland verschillen we: per regio, in taal, in gebruiken en qua achtergrond. En wat denk je? Dat heb je hier ook! Natuurlijk heb je dat hier. Misschien lijkt Nepal daarin op Nederland.
Van Pokhara naar Bhaktapur. Opnieuw een lange busreis voor de boeg.
Opnieuw nemen we het op tegen de beruchte Green Highway, we nemen het op tegen de tijd, we nemen het op tegen de natuur en we nemen het op tegen één weg. 160 kilometer en acht uur lang. Denken we.We vertrekken op tijd. Half 8 's ochtends en weer worden we verwend. Weer wordt er door Moeder Natuur meegedacht, strijkt ze met haar hand over haar hart en geeft ons in liefde een zonsopkomst met helder zicht op wat ik denk dat onder andere de toppen van de Anapurna's zijn.
Ik vertel je, het zijn magische momenten waarin ik nederig de almachtige Himalaya aanschouw met een mengeling van respect, bewondering en nietigheid. En dat gevoel blijft.Net voor vertrek en in de bus voelen Belinda en ik ons als tweedeklassers op schoolreisje naar de Efteling: we kunnen er geen genoeg van krijgen en de magie van het hoogste massief ter wereld blijft ons betoveren. We verrekken onze nek en ledematen om toch nog net een beter plaatje te kunnen schieten om zo die heerlijke betovering en magische onbereikbaarheid te kunnen delen. En om later een bij voorbaat mislukte poging te ondernemen om dat gevoel toch nog even weer naar boven te halen.
En naarmate we Pokhara verder achter ons laten, trekt Moeder Natuur een wolkengordijn, geholpen door stof en dieseldampen, langzaam achter ons dicht en daarmee verdwijnt één van de meest imposante momenten uit m'n leven.
Uit m'n leven inderdaad!
We zetten ons schrap en al na-mijmerend en airconditionerend gaan we de strijd weer aan. Die 160 kilometer, door het gebergte, die soms toppen bereikt van 3500 meter, is één kleurig lint van vrachtverkeer, bussen en tweewielers. En soms wat lokale dorpelingen te voet.
Vrachtwagens zijn in Nepal kolossale kleurige kunstwerken ter ere van familie en geloof.
Bussen heb je in allerlei uitvoeringen, degenen die je kent vanuit Europa maar ook varianten waarvoor je een levendige fantasie moet hebben om er een bus of zelfs voertuig in te kunnen herkennen. En alles daartussen.Tweewielers zijn populair in Nepal behalve als ze een fiets heten. Het moet motorisch aangedreven worden. Kan natuurlijk zelf geknutseld zijn (de bewijzen daarvan rijden hier ook met duizenden), het kan een scooter of brommer zijn maar als je een hippe Nepaller bent rij je op een motor en dan is er maar één echt hele coole: de Royal Enfield.
Daar tussendoor lopen de plaatselijke Nepalezen. Geen geld voor ander vervoer dan hun eigen benenwagen, waarmee ze gelijk hun leven wagen; tussen al de dieselvreters door bewegen zij zich zo dat elke eventuele, gemotoriseerde inhaal-actie per definitie mensenlevens op het spel zet in deze macabere variant van het Asser verkeerspark.
Twintig kilometer voor Kathmandu stopt alles. Van en naar Kathmandu staat stil. Onze buschauffeur heeft tot dat moment al menig stuurmans-kunstje laten zien maar nu blijkt dat niet al zijn collega's in de bergen over dezelfde rij-kwaliteiten beschikken. En anderen misschien wel maar hun materiaal is niet zo deugdelijk als het onze. Vaak wisselen deze twee gebreken elkaar wat af waardoor er weliswaar enig oponthoud ontstaat.
Zelfs westerse landen kunnen het fileprobleem niet oplossen, vraag het dan ook niet aan inwoners van een berggebied in een straatarm derdewereldland.
Vandaag is het blijkbaar tijd voor een langdurige TiTa-Tovenaar Nepal-Style. Vijftigers, ook late veertigers, zullen dit herkennen... Vier ongelukken, in bochten uiteraard, waardoor we zo vier uur stil staan. Tenzij je honderd meter per uur 'langzaam rijdend verkeer' mag noemen. Echt een e-n-o-r-r-u-m voordeel en goed voor het moraal van een ieder die vaststaat: door alle kronkelingen door de bergen kun je zien dat het verkeer vier kilometer verderop en drie kilometer terug ook alleen in tijd vooruit gaat.
En ook leuk om de tijd te doden: je kunt vanuit je bus drie kilometer naar beneden kijken. Met een beetje fantasie en hoogtevrees wordt dat al snel: je kunt met je bus drie kilometer naar beneden kletteren...In plaats van half 4 komen we Kathmandu om half 8 's avonds binnen. Totale busactie: 12 uur. Je hoort ons niet klagen hoor; ten eerste, vier uur plaspauze is een luxe. Ten tweede: leuke herinnering voor later in het kader van 'het leven is één grote reis' maar vooral last but not least; als we na twintig kilometer eindelijk Kathmandu binnen rijden, staat de andere kant nog steeds vast. Tot in Kathmandu! Die hebben daar echt staan overnachten. Baas boven baas in file-land.
Wij hebben daarna nog wel even een klein taxi avontuurtje richting Bhaktapur; lastig als een auto afslaat, elke keer als je terugschakelt naar z'n twee. Dubbel lastig dat je karretje voor alleen stadslicht heeft en achter niks. Triple lastig als je bluft dat je weet waar je klanten heen moeten en dan met de telefoon van je klant het hotel voor aanwijzingen wil bellen. Voor mij persoonlijk: quadrupel lastig als de gordel kapot is en de deur uit het lood hangt. Feestje hoor, zo'n ritje!
Eind goed, al goed, afgeleverd bij ons hotel. Wij inchecken en tot onze verbazing en hilariteit belt onze taxivriend met de hoteltelefoon subiet naar z'n vrouw. Het opgediende originele Nepalese eten doet ons bijna al ons ongerief vergeten. En slaap doet de rest. Bhaktapur, people! Met de hoogste Hindi-tempel van Nepal. En wij slapen ernaast!
So, yup, Top of the world, my friends!