Dag 9 | De geur van rotte eieren op de Ijen vulkaan

Dag 9 | De geur van rotte eieren op de Ijen vulkaan

00.30 opstaan, terwijl je net in slaap gevallen bent. Wat doen we onszelf toch aan in de vakantie...



De accommodatie ligt er verlaten en donker bij. Er schuifelt toch nog iemand rond: "Breakfast!" Hij zet twee kartonnen doosjes voor ons neer: een ontbijtpakketje. Voor later in de nacht... Tegen 01.00 komen er een paar toeristen bij. Alle bagage moet mee, we komen hier blijkbaar niet terug. De minibus puilt uit van de rugzakken, we gaan met een groepje van zeven op pad.

Slingerweggetjes naar beneden en naar boven. Het zicht voor de bus is een paar meter, wij zien alleen varens en ander tropisch groen langs de smalle weg. Bij iedere bocht toetert de bestuurder en knippert met de lichten om een eventuele tegenligger te waarschuwen dat we eraan komen. Het is rustig, op een paar brommertjes na. We rijden zo ruim een uur en weten niet waar we zijn of naartoe gaan...

Eindbestemming: Ijen

We gaan nog naar een winkeltje waar we op advies van onze gids een stofmaskertje kopen. Water hebben we voldoende. Onze gids neemt ons mee naar een donker pad. Het is zo donker en daarbij zo'n heldere lucht dat de sterrenhemel indrukwekkend is. Kon ik daar maar een foto van maken...

We lopen een tocht van ongeveer drie kilometer, maar het wordt steeds zwaarder. De helling wordt steiler en we gaan duidelijk een berg op. Het zicht gaat niet verder dan de lichtvlekken van de zaklampen. Af en toe zien we een verlichte stad in een vallei alsof we door het raampje van een vliegtuig kijken. We zitten dus best hoog: Ijen is een vulkaan van 2800 meter.


De ondergrond wordt minder vlak. Iedere stap moeten we goed kijken hoe de stenen liggen. Het wordt nevelig en het ruikt naar rotte eieren. Wij doen onze stofmaskertjes op, maar dat helpt niet tegen de indringende geur. Om de zoveel tijd komt er een man voorbij met twee manden vol gele brokstukken. Ze zeggen niets en lopen het pad af alsof het een meditatie is.

Onze benen doen pijn. Normaal zouden we slapen op dit tijdstip.

Een blik naar de sterrenhemel geeft ons de motivatie en kracht om door te gaan. Terug is onmogelijk. De nevel verandert in een dikke rookmassa, de eierlucht is verschrikkelijk en de lichtbundels van de zaklampen raken de grond bijna niet meer, maar het pad wordt wel vlakker en makkelijker: we staan op de rand van de vulkaan. Geen hekjes. Het is donker, ik zie de diepte niet en heb dus geen hoogtevrees.

Het afzien begint opnieuw, want we volgen de gids en dalen af, de krater in. Eigenlijk is dit best wel gevaarlijk. Gladde rotsblokken, rook, weinig licht.

Of de gids wel eens toeristen was kwijtgeraakt?
Ze moet lachen bij deze vraag. Ze doet dit werk iedere dag. We maken opnieuw plaats voor een oudere man die omhoog klimt met twee manden. "Hij doet dit iedere dag, al dertig jaar," vertelt ze. De manden bevatten 90 kilo aan zwavelbrokken.



Om een uur of twee 's nachts zijn we onderaan in de krater voor een natuurverschijnsel: Blue Fire. Iedere nacht ontsnapt er in de krater als gevolg van hoge temperaturen zwavelgas en dat verbrandt meteen. Door dit zwavel kleurt de vlam blauw. De vlammen zijn enorm groot. We blijven uit de buurt, met name om de rook. Die is verstikkend.



Mijn ogen beginnen te branden als de wind opeens draait en we toch volop in de rook komen. Ik maak nog een paar foto's van een man die bij een zaklampje brokken zwavel loshakt. Hij heeft geen masker. Hoe houdt hij dat vol? Onze gids heeft ook nergens last van. Ze is eraan gewend.

Wat is toch het geheim van onze gids en de mandendragers?

Twee Duitse meisjes uit onze groep zijn wel een beetje klaar met deze excursie en willen weg. Het is mij ook wat te rokerig, dus wij sluiten hierbij aan. We beginnen aan de terugtocht langs de steile kraterwand. Deze klim duurt ook weer bijna een uur. Wederom stapje voor stapje, steen voor steen, en af en toe plaatsmaken voor een mandendrager.



Met volle manden als hij ons inhaalt of met lege manden als hij afdaalt. Deze mensen zijn veel sneller dan ons. Hoe krijg je zo'n conditie in zo'n ongezonde omgeving?
Onze gids is een hele lieve zorgzame vrouw, ergens in de dertig schat ik. Ze praat met iedereen, checkt of iedereen nog "okay" is. Wij zijn bij deze klim nagenoeg gesloopt. Zij heeft nergens last van. Komt dat nou omdat wij teveel achter de computer zitten?
Wat wel bijzonder is dat we geen handelaren zijn tegenkomen. Dat geeft een hoop rust. Bij de gehele vulkaan geen kraampje gezien.



We zijn weer op de rand van de vulkaan aangekomen. Een mandendrager haalt uit een zakje een geel schildpadje tevoorschijn, gemaakt van zwavel. Of we dit willen kopen...
Ondanks de sterke eierlucht hebben we toch wel wat trek gekregen. We kijken wat er in het ontbijtpakketje zit: twee sneetjes brood, boter, hagelslag(??) en een... ei!



Als de groep weer compleet is dalen we opnieuw af. Drie kilometer. Gek om de heenweg nu bij daglicht te zien. Wat een diepe afgrond af en toe, en geen hekjes...
Pijn in de spieren, gewrichten. Bij elke stap meer kans op uitglijden en vallen... Na bijna een uur zijn we weer beneden en rijden we weg. Het is alsof de dag allang voorbij is, maar het is nog maar een uur of zeven in de ochtend. We zouden bijna vergeten dat we vandaag ook nog de oversteek naar Bali gaan maken...

0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie

REISROUTE