's Ochtends worden René en ik om 7:00 opgehaald, dus melden wij ons vroeg bij het ontbijt. Eigenlijk een beetje té vroeg. Het eten moet nog worden gemaakt. Stress in de keuken.
Even later krijgen we een overvloedig vegetarisch ontbijt met veel eieren. Uit beleefdheid eten we zoveel mogelijk op. Opnieuw die overload aan gastvrijheid, ik word er verlegen van. Dit hotel was een fijne plek in de drukte van Hanoi. Na deze tour komen we terug in Hanoi, maar we verblijven dan in een rustiger deel van de stad.
Al gauw worden we opgehaald door onze gids en een chauffeur van Vega Travel. René en ik zijn de enige toeristen. Een privé tour dus.
Na een paar uur rijden komen we aan in Van Long: een natuurreservaat. Dit gebied wordt ook wel 'Ha Long Bay on land' genoemd, om de indrukwekkende rotsformaties. Met een sampan, een boot van bamboehout, vaar je door het moeras.
De nieuwste King Kong-film is in deze omgeving opgenomen; ik verwacht dat het toerisme in Van Long binnenkort behoorlijk gaat toenemen. We hebben geluk: het gebied ligt er rustig bij en dat schijnt niet altijd zo te zijn. Dat er niet zoveel mensen in het gebied zijn, is niet echt vreemd. Het regent behoorlijk. Onze gids regelt meteen poncho's. Zodra je deze aantrekt, komen daar al scheuren in. We zijn daarom niet helemaal beschermd tegen de regen, maar ach.
Varen met Hollands weer
We krijgen ter plekke een kopje thee aangeboden. Of we niet willen wachten tot het droog wordt? Na een kwartiertje besluiten we samen met de gids dat we de boottocht gaan maken. Een sterke vrouw roeit ons door het gebied. Het regent minder hard en slecht weer zijn we natuurlijk wel gewend. Wij zijn de eerste toeristen die vandaag de tocht maken en zien alleen maar natuur en gesteente; bijna geen andere toeristen. Het is fantastisch.
Na de tocht gaan we naar Cuc Phuong, waar we een enorme lunch krijgen aangeboden. Terwijl we ook al zo'n overvloedig ontbijt achter de kiezen hebben... Schalen vol met eten en heel veel ei. Het restaurant is nogal nieuw. De toiletten hebben nog plastic om de sloten (en een enorme kakkerlak boven de wastafel, maar dat terzijde). Vervolgens maken we met de gids een wandeling naar de Cave of the Prehistoric Man.
De Cave of the Prehistoric man is een historische grot waar allerlei sporen zijn ontdekt uit de oudheid. Het is een vrij diepe grot, maar de weg naar boven (met een geïmproviseerde trap) verraadt dat hier meer toeristen komen. Na even te aarzelen loop ik achter René en onze gids aan en waag de klim. Het uitzicht is magnifiek. Boven ons trekken de wolken op.
In de omgeving van Cuc Phuong is een boom te zien van duizend jaar oud. Om daar te komen moet je een flink stuk wandelen, wat best pittig is als je in het dagelijks leven zoveel uren achter een computer doorbrengt.
Toch is deze excursie goed te doen: het is niet overdreven warm en het scheelt dat er onderweg veel te zien is. Helaas is er van die historische boom niet zoveel over; ik vind het meer een stronk dan een mooie, statige boom. Onze gids legt uit dat de boom stervende is.
Ik heb vanochtend een oranje T-shirt aangetrokken, omdat het Koningsdag is. Dat shirt blijft niet onopgemerkt.
Als we een rondje om de boom hebben gelopen en weer afdalen, komen we op het pad een groepje Engelstalige backpackers tegen die "Happy Kingsday!" naar ons roepen. Ze feliciteren René en mij uitgebreid met deze dag. Dat levert -logischerwijs- een verbaasde blik op van onze gids. Ik probeer hem de gedachte achter deze feestdag uit te leggen. Ons Koningshuis blijft een onbegrijpelijk fenomeen.
Werkelijk overal kun je natuur ontdekken...
Als ik later op de dag een bordje zie dat naar een toilet verwijst, bedenk ik dat het opnieuw tijd is voor een sanitaire stop. "Blijf maar niet te lang weg," grapt de gids. Zo snel mogelijk wegwezen is inderdaad verstandig: het damestoilet blijkt een ranzig hok met een halve, openzwaaiende deur als poging tot privacy. Het hout van de deur is gedeeltelijk weggetrapt/weggerot, maar ja: als je moet, dan moet je. Toch blijf ik op die plek wat langer hangen: bij het toiletgebouw zie ik namelijk een grote, prachtige vlinder fladderen.
We hebben eerder die dag deze tor gespot waarvan onze gids en de parkwachters niet wisten wat het was. Onbekend, maar prachtig.
We brengen een bezoek aan een reservaat waar apen worden opgevangen en beschermd. De ontvangst wordt gedaan door een medewerker die iedere zin eindigt met een serieus: "You know?" Er leven zwarte apen -you know- en vele andere soorten in hokken.
De setting komt op mij over als een dierentuin en niet bepaald als een plek waar apen vrij kunnen bewegen. Dat geeft een dubbel gevoel. Die hokken blijken noodzakelijk te zijn, omdat deze dieren anders worden meegenomen en zelfs dreigen uit te sterven. Zo spijtig is dat; het zorgt ervoor dat ik deze plek toch een beetje droevig verlaat.
Aan het einde van de dag rijden we naar Ninh Binh. Daar brengen we de nacht door in een familiehotel. De eigenaresse verwelkomt ons hartelijk. De ligging is geweldig: vanuit onze kamer kijken wij uit op een indrukwekkend landschap. Toch beginnen René en ik ons zorgen te maken over de toekomst van dit mooie gebied. Nu hebben we vrij uitzicht op de natuur, maar in deze omgeving worden steeds meer accommodaties gebouwd. Hoe gaat dat op lange termijn? Hoelang blijft deze bijzondere plek nog uniek?
Het is donker geworden en we gaan nog even buiten zitten om thee te drinken met onze gids. We vertellen over ons dagelijks leven, ondanks dat Groningen op dit moment erg ver weg lijkt. Achter ons liggen de rotsen. De regenwolken trekken weg. Life is good, you know.