Dag 7, Leermoment bij het Presidentieel Paleis

Dag 7, Leermoment bij het Presidentieel Paleis

Na drie dagen begint de drukte in Hanoi beklemmend te worden. Ik wil zo snel mogelijk de stad uit, naar Ha Long Bay, waar Vietnam zo beroemd om is. Om dat doel te bereiken, wurmen René en ik ons langs toeterende brommertjes en opdringerige straatverkopers. Op zoek naar een tourbureau.

Hanoi blijft een uitdaging met al die smalle wegen en de drukte

De hoofdstad van Vietnam verbaast mij nog steeds. Zoveel historie is hier te vinden. Achter lelijke golfplaten schuilen prachtige panden. De dichtbevolkte straten ruiken naar vers fruit en vuilnis. Wonen in Hanoi lijkt mij moeilijk. Vooruitkomen in het verkeer is een ware uitputtingsslag. Brommerrijders verplaatsen zich in mooie kleding en met mondkapjes op door het verkeer.

We bezoeken de Tran Quoc Pagode (in het Vietnamees: Trấn Quốc Pagoda) de oudste Boeddhistische tempel aan het Westlake; een gigantisch meer. Westlake zou een fantastische plek zijn als daar niet zoveel afval zou liggen.

In de straten van Hanoi wordt er door de plaatselijke bevolking nepgeld verbrand. Alsof de stad al niet genoeg vervuild is. Toch is deze handeling niet weg te denken uit Vietnam.

Het verbranden van nepgeld is een belangrijk ritueel. Het kopen van nepgeld gebeurt bij een tempel: hoe meer geld je kunt kopen om te verbranden, hoe beter. Vietnamezen doen dit voor hun overleden familieleden en andere dierbaren.

Er zijn ontzettend veel reisbureaus en touroperators in onze buurt, maar een betrouwbare indruk maken ze niet allemaal. Op internet hebben we gelezen dat er veel oplichters tussen zitten. René en ik pakken de Lonely Planet en kiezen voor het eerste bureau dat in deze gids staat: Vega Travel, dat bureau zit ook nog eens in onze buurt. Een half uur later bladeren we in het excursieboek van Vega Travel. Hun trip naar Ha Long Bay ziet er goed uit, maar er is pas plek op 29 april. We moeten daarom nog twee dagen overbruggen.

Er blijkt ook nog een tour naar Sapa zijn, maar die lijkt ons wat te toeristisch. De eigenaar van Vega Travel denkt met ons mee en raadt ons de excursie naar Cuc Phuong aan voor morgen: twee dagen doorbrengen in de natuur. René en ik zijn er snel uit dat we dit gaan doen. Ik trek mijn creditcard om de excursies naar Ha Long Bay en Cuc Phuong te betalen. Ik schrik een beetje van het bedrag, maar ach: dat wordt volgende maand pas afgeschreven. Beide excursies zien er prima uit en ik heb er ontzettend veel zin in om Hanoi te kunnen ontvluchten.

's Middags lopen we in de richting van het Ho Chi Minh Museum. Naast het mausoleum en het museum zelf, kun je in deze omgeving het Presidentieel Paleis bekijken. Hier verbleef voormalig leider Ho Chi Minh. Het gele paleis mag je helaas niet in. We worden opgevangen bij een speciale ingang voor 'foreigners'. Dat maakt mij wantrouwig, want als buitenlander moet je juist uitkijken dat je niet wordt opgelicht. Bovendien ben ik nog niet mijn schoenenscam van gisteren vergeten...

We worden meteen aangesproken door een Vietnamees meisje. Ze vertelt dat ze vrijwilliger is bij het paleis en dat zij ons graag wil rondleiden om haar Engels te kunnen oefenen. René en ik volgen haar en houden er rekening mee dat wij haar hiervoor straks moeten betalen. De rondleiding is in ieder geval interessant: we worden naar plekken geleid waar de meeste bezoekers niet komen en krijgen uitleg over de manier waarop Ho Chi Minh heeft geleefd. Hij koos ervoor om sober te leven en zoveel mogelijk tijd in de natuur door te brengen. Op het complex staan allerlei bomen die afstammen van een boom die Ho Chi Minh heeft gestekt. De Vietnamezen gaan nog steeds door met het planten van deze speciale bomen.

Het meisje is oprecht geïnteresseerd in ons en vertelt uitgebreid over alles wat er te zien is. Na de rondleiding neemt ze hartelijk afscheid en is alweer verdwenen voordat René en ik aan geld kunnen denken. Ik schaam me achteraf een beetje dat ik zo wantrouwig ben geweest.

Natuurlijk is het goed om oplettend te zijn als je een ander land bezoekt, maar ik denk dat het belangrijker is om te beseffen dat de meeste mensen er absoluut niet op uit zijn om toeristen op te lichten.

Het is bijna avond en we besluiten om een bezoek te brengen aan de botanische tuin. Bij de ingang moeten René en ik entree betalen. Dat geldt blijkbaar alleen voor toeristen, de Vietnamezen kunnen gewoon doorlopen. Van een strakke indeling, zoals wij dat gewend zijn van een Nederlands park, is geen sprake. Hoewel het bijzonder is om rond te kijken, kun je hier niet tot rust komen. Vietnamezen werken zich in het zweet onder begeleiding van een vrouw die door een megafoon schreeuwt. Overal zijn er mensen aan het sporten.

In het park treffen we kooien aan waarin apen zitten. Deze hokken lijken veel te klein. De apen maken dan ook geen gelukkige indruk, wij vinden dit moeilijk om te zien.

Terug naar 'onze' buurt dan maar. Terwijl wij de laatste honderd meter naar onze accommodatie lopen, zien wij allerlei groepen toeristen die in golfkarretjes door de wijk worden vervoerd. Wat een enorm contrast met al die sportende Vietnamezen van zonet. Europeanen komen aanrijden met een taxi en de wijk wordt uitvoerig door hen gefotografeerd.

Het is alsof die toeristen een bliksembezoek brengen aan een dierentuin.

Ik zit niet in een taxi of golfkar. Toch merk ik dat ik mij plaatsvervangend schaam voor het gedrag van mijn mede-toeristen. Wat voelt dit ongemakkelijk. Misschien is die schaamte stiekem de belangrijkste reden dat ik ernaar uitzie om Hanoi morgen te ontvluchten...

0 reacties bij dit reisverhaal

Plaats als eerste een reactie

REISROUTE